Op 17 juni 1956 arriveerden de eerste mensen van de Mennonite Voluntary Service (MVS) in Wergea. Deze vrijwilligersdienst was opgezet door de Mennonite Central Committee in de Verenigde Staten om in Europa mee te helpen aan de wederopbouw. Ze leverden ook menskracht aan doopsgezinde gemeenten die een gebouw wilden neerzetten.
Wergea was de eerste kerk die in Fryslân werd gebouwd door MVS. Een van de
mensen die er zo’n drie weken heeft geholpen is Tineke Nauta (74) uit
Heerenveen. Ze was toen 21 en kwam uit Harlingen. ,,In het begin waren er zes,
zeven mensen om te helpen; bij elkaar zijn er wel vijftig mensen actief
geweest.” De mensen - vooral jongeren - kwamen overal vandaan. Niet alleen doopsgezinden,
ook jongeren uit andere denominaties hielpen mee. ,,Zo was er een jongen uit
Zweden. Hij was op de fiets gekomen”, vertelt Nauta. ,,Hij heeft er veertien
dagen over gedaan. En onderweg trof hij iemand die ook op weg was naar het kamp
in Wergea. De Zweed stond voor de brug te wachten in Wartena en zag iemand die
net zo bepakt en bezakt was als hij. ‘Waar Driesum en Stockholm elkaar
ontmoeten’, was toen de kop van een krantenbericht.”
Eerste steen
,,Een week na het
begin, kon de eerste steen al worden gelegd”, vertelt Nauta. ,,De bouw ging
heel snel.” Ze weet het allemaal precies, omdat ze een dagboek bijhield tijdens
het kamp. ,,De Amerikaanse jongens waren verdraaid handig. Maar iedereen stond
wel op de steigers. Het hoofdwerk was natuurlijk het metselwerk.” Er werd niet
alleen gebouwd; ’s ochtends of ’s avonds hielden de bouwers een bijbelstudie.
,,Dat ging er heel gezellig aan toe, maar er werd ook heel serieus gepraat. Er
was veel onderlinge verbondenheid.”
Nauta heeft ook meegedaan met andere kampen in Europa, maar Wergea springt
er voor haar uit. ,,Het was bijzonder. Je zou zeggen dat een kamp van een week
of zes in Oostenrijk nog specialer geweest is. Maar op de een of andere manier
ligt dit kamp in Wergea me veel nader aan het hart. Ik weet niet precies
waarom, maar dat is gewoon zo. Het was een heel goede tijd. Er is een lied wat
in de doopsgezinde wereld rondgaat, dat zo luidt: Gezegend de band die ons
bindt. De Engelse versie daarvan - want de voertaal was vooral Engels - was een
tophit tijdens het werkkamp. Het verwoordt eigenlijk wat daar gebeurde. Als ik
dit lied nu zing, moet ik altijd aan dit kamp terugdenken.”
Happening
De bouw van de kerk
ook invloed op het dorp, herinnert Nauta zich. ,,Want heel het dorp stond voor
de hekken te kijken. Iedereen werkte ook mee, de melkboer, de bakker, de
supermarkt; ze droegen allemaal hun steentje bij. Dan weer kwam er iemand langs
met een cake.”
De bouwers sliepen in de pastorie. ,,Die kon maximaal 25 mensen tegelijk
bergen. Als er dan toch nog iemand extra langs kwam, konden we zo terecht bij
de buurvrouw aan de overkant. Het was een hele happening voor het dorp.
Achteraf besef je dat nog veel sterker.”
Met de Amerikaanse co-leider van het project heeft Nauta nog steeds contact. Nauta zal in de afscheidsdienst morgen in de vermaning van Wergea wat vertellen over haar ervaringen.
,,De co-leider heeft mij iets over zijn
ervaringen gemaild. Dat zal ik in de dienst voorlezen. Ook voor hem is het nog altijd
een zeer waardevolle ervaring.”
Op 19 augustus zat het dak op de vermaning en vertrokken de vrijwilligers
weer. ,,Het gebouw is toen nog afgewerkt door de aannemer die het bouwproces
ook helemaal begeleid heeft.”
De vermaning werd gebouwd, omdat de oude vermaning te groot was geworden.
,,De gemeente kon ook het onderhoud niet meer aan”, vertelt Jeltsje Kooistra
(48), oud-voorzitter van de kerkenraad van de Doopsgezinde Gemeente Wergea, die
in 2001 is opgegaan in De Doopsgezinde gemeente Mid-Fryslân (zie kader). De
oude vermaning is inmiddels een appartementengebouw, maar is nog steeds
herkenbaar als vermaning, onder meer aan het koepeltje op het dak.
De gemeente in Wergea telde in de jaren vijftig ongeveer zeventig leden,
plus een aantal belangstellenden. Dat ledental is zoals op veel plaatsen de
afgelopen decennia flink gedaald. Wergea telt nog een tiental doopsgezinden, en
nog wat belangstellenden.
Moed
,,We hebben eigenlijk altijd nog wel moed gehad”, vertelt Kooistra. ,,In
1980 is er nog een keukentje aangebouwd en een aantal toiletten. En in 1992 is
er een kleine kerkenraadskamer bijgebouwd. Daardoor werd het gebouw ook beter
te gebruiken.”
Tot het najaar van 2007 werd er door de Doopsgezinde Gemeente Mid-Fryslân
nog om de beurt in de zeven vermaningen gekerkt. Sinds november dat jaar is de
vermaning in Grou het centrum van de nieuwe gemeente. De (monumentale) kerken
van Akkrum, Aldeboarn, Poppenwier en Terherne werden toen ondergebracht in een
nieuwe stichting: Stifting Fryske Fermanje (zie kader). In 2006 is de vermaning
van Jirnsum al afgestoten. Deze is verkocht aan een particulier die er een
galerie van heeft gemaakt. Nu wordt dan de vermaning van Wergea verkocht. De
gemeente is blij met de nieuwe eigenaar: de Hervormde Gemeente Wartengahe. Die
wil de kerk gaan gebruiken als consistorie, en ze denkt erover om in de kerk
ruimte te bieden aan maatschappelijke en oecumenische activiteiten.
,,Ook andere kerken kunnen gebruik blijven maken van de kerk”, zegt
Kooistra. ,,Zo kunnen wij er ook een plekje in houden, bijvoorbeeld voor de
middagen van onze zusterkring.” Dat is ,,een pleister op de wond”.,,Als het een
heel andere bestemming zou krijgen, is het gebouw echt weg. Dat gebeurt nu
gelukkig niet.”
Ook Tineke Nauta is blij dat de kerk in Wergea niet ,,iets als een
tapijthandel” is geworden. ,,Als je de vermaning ziet staan, heeft hij
uiterlijk niets bijzonders. Maar voor de mensen die aan de vermaning mee hebben
gebouwd, en voor leden en dorpsgenoten heeft de kerk een andere gevoelswaarde
en is het even belangrijk als was hij een monument geweest. Juist door hoe het
gebouw is ontstaan.”
Bron FriesDagblad 23-05-2009
Geschiedenis |
Wartengahe |
Warten |
Wergea |
Warstiens
|
Kerkgebouwen |
Warten |
Wergea |
Wergea Frissel |
Warstiens |
Archief |
overige info |